ECLI:NL:HR:2010:BL8296
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- W.A.M. van Schendel
- C.A. Streefkerk
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en ontbinding van de huurovereenkomst in cassatie
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil over huurrecht en de ontbinding van een huurovereenkomst. De eisers, [Eiser 1] en [Eiseres 2], hebben cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Dit arrest volgde op een vonnis van de kantonrechter te 's-Gravenhage, waarin de achterstallige huur en de vraag naar de toepasselijkheid van het nieuwe huurrecht aan de orde kwamen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere uitspraken en stelt vast dat de eisers in hun cassatie niet voldoende gronden hebben aangevoerd die tot cassatie kunnen leiden. De conclusie van de Advocaat-Generaal, J.L.R.A. Huydecoper, strekt tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de eisers niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het beroep wordt verworpen en de eisers worden in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerster op nihil zijn begroot. Dit arrest is gewezen op 23 april 2010 en openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein.