ECLI:NL:HR:2010:BL7169
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- J.W.M. Tijnagel
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Rechtbank inzake niet tijdig beslissen op bezwaar door Inspecteur
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de erven X te Z tegen een uitspraak van de Rechtbank te 's-Gravenhage. De erflaatster had in oktober 2003 een bezwaarschrift ingediend tegen een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2001. De Inspecteur had echter besloten om met het doen van uitspraak op het bezwaarschrift te wachten tot er uitspraak was gedaan in een procedure van de echtgenoot van de erflaatster. De erflaatster heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat de wettelijke termijn voor de afhandeling van het bezwaarschrift al lang was verstreken en dat zij niet was geïnformeerd over de mogelijkheid om tegen het uitblijven van een beslissing in beroep te gaan.
De Rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard en het verzet van de erflaatster ongegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank heeft miskend dat er ook beroep openstaat tegen het niet tijdig nemen van een besluit op bezwaar, zelfs als de belastingplichtige niet het oogmerk heeft om de Inspecteur te dwingen alsnog uitspraak te doen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van de Rechtbank en verklaart het verzet gegrond. De Hoge Raad gelast dat de Staat de griffierechten vergoedt aan de belanghebbenden.
Dit arrest is gewezen op 12 maart 2010 en betreft een belangrijke uitspraak over de mogelijkheden voor belastingplichtigen om beroep in te stellen tegen het niet tijdig beslissen op bezwaar door de belastingautoriteiten.