ECLI:NL:HR:2010:BL5645

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/03955
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H. Koster
  • B.C. de Savornin Lohman
  • W.M.E. Thomassen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem in strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, gedateerd 29 april 2008, met nummer 21/003488-07. De verdachte, geboren in 1961, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. G.F.M.G. Heutink uit Apeldoorn. De advocaat heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht. De Advocaat-Generaal, Hofstee, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat betekent dat hij van mening is dat het cassatieberoep niet gegrond is.

De Hoge Raad der Nederlanden heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het voorgestelde middel niet kan leiden tot cassatie. Volgens artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO) is er geen verdere motivering nodig, omdat het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de ontwikkeling van het recht. Dit betekent dat de Hoge Raad van oordeel is dat de zaak niet verder behandeld hoeft te worden.

Op 20 april 2010 heeft de Hoge Raad het arrest gewezen, waarbij het beroep van de verdachte werd verworpen. De uitspraak werd gedaan door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.M.E. Thomassen. De waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg was ook aanwezig bij de uitspraak. Dit arrest bevestigt de beslissing van het Gerechtshof en sluit de mogelijkheid van cassatie af.

Uitspraak

20 april 2010
Strafkamer
Nr. 08/03955
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 29 april 2008, nummer 21/003488-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. G.F.M.G. Heutink, advocaat te Apeldoorn, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken op 20 april 2010.