ECLI:NL:HR:2010:BL4076
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vaststelling omgangsregeling voor vader met minderjarig kind
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 april 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende het familierecht. De vader, verzoeker tot cassatie, had een verzoek ingediend tot vaststelling van een omgangsregeling met zijn minderjarige kind. De moeder en Bureau Jeugdzorg Friesland waren verweerders in deze procedure. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Leeuwarden en het gerechtshof te Leeuwarden, waaruit blijkt dat de omgangsregeling in strijd was met de zwaarwegende belangen van het kind, zoals vastgelegd in artikel 1:377a lid 3 van het Burgerlijk Wetboek.
De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die door de vader in zijn cassatieberoep naar voren zijn gebracht, niet tot cassatie konden leiden. De conclusie van de Advocaat-Generaal, L. Strikwerda, was om het beroep te verwerpen op basis van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft geen nadere motivering gegeven, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De beschikking is openbaar uitgesproken door de raadsheren, waarbij A. Hammerstein als voorzitter fungeerde. De uitspraak benadrukt het belang van de belangen van het kind in omgangsregelingen en bevestigt de eerdere beslissingen van de lagere rechters.