ECLI:NL:HR:2010:BL2221

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00123
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over voorlopige machtiging en gevolgen van verkeerd modelformulier voor geneeskundige verklaring

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 maart 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een voorlopige machtiging die aansluit op een voortgezette inbewaringstelling, zoals geregeld in artikel 31 van de Wet Bopz. De zaak betreft een verzoekster, die thans verblijft in een psychiatrisch ziekenhuis, en die in cassatie is gegaan tegen een beschikking van de rechtbank Haarlem. De rechtbank had op 30 november 2009 een beschikking gegeven in de zaak met nummer 163829/FA RK 09-3957. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E. Grabandt, heeft het cassatierekest ingediend, dat aan de beschikking van de rechtbank is gehecht.

De officier van justitie in het arrondissement Haarlem, die als verweerder in cassatie optreedt, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer was om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad heeft het geding in feitelijke instantie en het geding in cassatie beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. De beschikking is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann, en de uitspraak is gedaan door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser.

Uitspraak

26 maart 2010
Eerste Kamer
10/00123
EE/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Betrokkene],
wonende te [woonplaats], thans verblijvende in psychiatrisch ziekenhuis GGZ inGeest, locatie Zuiderpoort te Haarlem,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt,
t e g e n
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT HAARLEM,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar het navolgende stuk:
a. de beschikking in de zaak 163829/FA RK 09-3957 van de rechtbank Haarlem van 30 november 2009.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft betrokkene beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 26 maart 2010.