ECLI:NL:HR:2010:BK9197
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Cassatie over omzetbelasting en schadevergoeding bij te late oplevering van woningen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 januari 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft de vraag of bedragen die door een bouwer aan opdrachtgevers zijn uitgekeerd wegens te late oplevering van woningen en appartementen, een rechtstreeks verband hebben met de prestaties die de bouwer heeft verricht. De belanghebbende, een bouwbedrijf, had over het tijdvak april 2004 omzetbelasting voldaan, maar maakte bezwaar tegen dit bedrag. De Inspecteur wees het bezwaar af, waarna de Rechtbank te 's-Gravenhage het beroep ongegrond verklaarde. Het Hof vernietigde echter de uitspraak van de Rechtbank, verklaarde het beroep gegrond en verleende teruggaaf van de omzetbelasting. De Staatssecretaris ging in cassatie tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had geoordeeld dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de uitgekeerde bedragen en de prestaties van de bouwer. Dit oordeel werd niet als onjuist beschouwd en het middel faalde derhalve. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond en veroordeelde de Staatssecretaris in de proceskosten, vastgesteld op € 402,50 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is van belang voor de interpretatie van de Wet op de omzetbelasting, met name artikel 8, en de relatie tussen schadevergoedingen en belastingverplichtingen.