ECLI:NL:HR:2010:BK9036
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 4 september 2008 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1970, was ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Zuid-Oost, locatie Maashegge' te Overloon. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. P.R.M. Noppen, advocaat te Arnhem. In de schriftuur die aan het arrest is gehecht, werd een middel van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft op 16 maart 2010 uitspraak gedaan. Het middel klaagt dat het Hof het bepaalde in de artikelen 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht heeft miskend. De Hoge Raad overweegt echter dat het middel, gelet op het slagen van een gelijkluidend middel in de samenhangende zaak met nummer 09/00358, niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad verwerpt het beroep, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van het Gerechtshof en onderstreept de toepassing van de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht in deze context.