ECLI:NL:HR:2010:BK5478

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/01744
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wanprestatie van projectontwikkelaar jegens grondeigenaar en uitleg van de exploitatieovereenkomst

In deze zaak heeft de Stichting Recreatie Centrum Nieuw-Helvoet de verweerster gedagvaard voor de rechtbank te Middelburg, waarbij zij vorderingen heeft ingesteld op basis van wanprestatie en onrechtmatige daad in het kader van een exploitatieovereenkomst. De exploitatieovereenkomst was op 27 februari 1995 gesloten en later aangevuld op 15 april 1995. De Stichting vorderde onder andere een verklaring voor recht dat de verweerster wanprestatie had gepleegd, een voorschot op schadevergoeding van € 105.270,--, en veroordeling tot betaling van de totale schade, op te maken bij staat.

De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 31 maart 2004 een comparitie van partijen gelast en heeft in een eindvonnis van 23 maart 2005 geoordeeld dat de verweerster wanprestatie had gepleegd. De verweerster heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, waar de Stichting incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. Het hof heeft op 12 december 2007 het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vorderingen van de Stichting afgewezen.

De Stichting heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de Stichting in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op nihil aan de zijde van de verweerster. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden, zonder dat nadere motivering nodig was, gezien artikel 81 RO.

Uitspraak

22 januari 2010
Eerste Kamer
08/01744
EE/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
DE STICHTING RECREATIE CENTRUM NIEUW-HELVOET,
gevestigd te Hellevoetsluis,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
t e g e n
[Verweerster],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de Stichting en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
De Stichting heeft bij exploot van 10 december 2002 [verweerster] gedagvaard voor de rechtbank te Middelburg en gevorderd, kort gezegd,
- voor recht te verklaren dat [verweerster] ten opzichte van de Stichting wanprestatie heeft gepleegd, danwel onrechtmatig heeft gehandeld, in de uitvoering van de tussen partijen op 27 februari 1995 gesloten exploitatieovereenkomst aangevuld op 15 april 1995,
- [verweerster] te veroordelen om, bij wijze van voorschot op de uiteindelijk aan de Stichting te betalen schadevergoeding, aan de Stichting tegen behoorlijk bewijs van kwijting een bedrag te betalen van € 105.270,--, vermeerderd met de wettelijke rente,
- [verweerster] te veroordelen aan de Stichting te betalen de door haar totaal geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te verminderen met het voorschot en
- [verweerster] te veroordelen in de kosten van het geding daaronder begrepen de voorlopige getuigenverhoren alsmede de kosten van de gelegde conservatoire beslagen.
[Verweerster] heeft de vorderingen bestreden.
De rechtbank heeft, na bij tussenvonnis van 31 maart 2004 een comparitie van partijen te hebben gelast, bij eindvonnis van 23 maart 2005 voor recht verklaard dat [verweerster] tegenover de Stichting wanprestatie heeft gepleegd in de uitvoering van de tussen partijen op 27 februari 1995 gesloten exploitatieovereenkomst aangevuld op 15 april 1995 en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen beide vonnissen van de rechtbank heeft [verweerster] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. De Stichting heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.
Bij arrest van 12 december 2007 heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vorderingen van de Stichting alsnog afgewezen.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft de Stichting beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerster] is verstek verleend.
De zaak is voor de Stichting toegelicht door haar advocaat en mr. S. Kousedghi, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de Stichting heeft bij brief van 17 december 2009 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de Stichting in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 22 januari 2010.