ECLI:NL:HR:2010:BK4800
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- W.M.E. Thomassen
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak
Op 19 januari 2010 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 08/02198. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 4 maart 2008 was gewezen in de strafzaak met nummer 23/002807-07. De verdachte, geboren in 1979, had mr. J. Kuijper als advocaat, die een middel van cassatie had voorgesteld. De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Volgens artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO) behoeft dit geen nadere motivering, omdat het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is uitgesproken door vice-president F.H. Koster, samen met raadsheren W.M.E. Thomassen en M.A. Loth, in aanwezigheid van waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven.