ECLI:NL:HR:2010:BK4555
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bijtelling privégebruik auto en aftrekbaarheid extra eigen bijdrage bij duurdere lease-auto
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 augustus 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de bijtelling van privégebruik van een auto en de aftrekbaarheid van een extra eigen bijdrage voor een duurdere lease-auto. De belanghebbende, een werknemer, had in 2003 twee auto's ter beschikking gesteld gekregen van zijn werkgever en had een maandelijkse eigen bijdrage betaald voor het privégebruik. De Inspecteur had een aanslag in de inkomstenbelasting opgelegd, die na bezwaar door de Rechtbank was verminderd. Het Hof had het hoger beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard en het incidentele hoger beroep van de Inspecteur gegrond verklaard, wat leidde tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank.
De Hoge Raad oordeelde dat de bovennormbijdrage, die de belanghebbende had betaald voor het gebruik van een duurdere auto, niet volledig aftrekbaar was. Het Hof had terecht geoordeeld dat de bovennormbijdrage gesplitst moest worden in een gedeelte dat betrekking had op privégebruik en een gedeelte dat betrekking had op zakelijk gebruik. De Hoge Raad bevestigde dat de term "gebruik voor privédoeleinden" in artikel 3.145 van de Wet IB 2001 niet ruimer is dan het begrip "privégebruik" in de Wet IB 1964. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond, wat betekent dat de uitspraak van het Hof in stand bleef.
De uitspraak van de Hoge Raad heeft belangrijke implicaties voor de aftrekbaarheid van kosten in verband met het privégebruik van lease-auto's en verduidelijkt de toepassing van de relevante belastingwetgeving. De beslissing benadrukt de noodzaak voor belastingplichtigen om duidelijk aan te tonen welke kosten specifiek verband houden met privégebruik versus zakelijk gebruik.