ECLI:NL:HR:2010:BK4179
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- W.M.E. Thomassen
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch inzake gevangenisstraf
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarbij de verdachte, geboren in 1970, was veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaren. De Hoge Raad heeft op 12 januari 2010 uitspraak gedaan in deze zaak, onder zaaknummer 08/01673. De verdachte was ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Rijnmond, locatie De Schie' te Rotterdam. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door de advocaten mr. G.G.J. Knoops en mr. J.M. Eelman. De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar enkel in die zin dat de gevangenisstraf is verminderd tot negentien jaren en zes maanden. Het beroep is voor het overige verworpen.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden, aangezien er meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dit heeft geleid tot de beslissing om de opgelegde gevangenisstraf te verminderen. De Hoge Raad heeft verder geoordeeld dat de middelen van de verdediging niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen andere gronden aanwezig waren om de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen. De uitspraak is gedaan door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren W.M.E. Thomassen en M.A. Loth, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven.