ECLI:NL:HR:2010:BK3119
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over motorrijtuigenbelasting en bevestiging van eerdere uitspraken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende motorrijtuigenbelasting. De belanghebbende, X4 te Z, had voor het tijdvak van 19 augustus 2005 tot en met 18 november 2005 op aangifte een bedrag aan motorrijtuigenbelasting voldaan. Na bezwaar tegen dit bedrag, dat door de Inspecteur werd afgewezen, heeft de Rechtbank te Arnhem het beroep ongegrond verklaard. Hierna heeft de belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem, dat de uitspraak van de Rechtbank heeft bevestigd. Tegen deze uitspraak heeft de belanghebbende cassatie ingesteld, waarbij twee middelen zijn voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, en beide partijen hebben de zaak schriftelijk toegelicht.
De Advocaat-Generaal M.E. van Hilten heeft in zijn conclusie op 22 oktober 2009 geadviseerd het beroep in cassatie gegrond te verklaren, de uitspraak van het Hof te vernietigen en de zaak te verwijzen naar een ander gerechtshof. De Hoge Raad heeft echter geoordeeld dat de middelen falen op dezelfde gronden als in een eerder arrest met nummer 08/04653, dat op dezelfde dag is uitgesproken. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard.
Deze uitspraak bevestigt de eerdere beslissingen van de Rechtbank en het Gerechtshof, en benadrukt de consistentie in de rechtspraak met betrekking tot de motorrijtuigenbelasting. De uitspraak is openbaar uitgesproken en onderstreept de rol van de Hoge Raad als hoogste rechtscollege in Nederland.