ECLI:NL:HR:2010:BJ7958
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Lourens
- J.A.C.A. Overgaauw
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Winst uit onderneming of rendementsgrondslag box III bij exploitatie windturbine
In deze zaak gaat het om de vraag of de opbrengst uit de exploitatie van een windturbine moet worden aangemerkt als winst uit onderneming of dat de turbine behoort tot de rendementsgrondslag van box III van de Wet inkomstenbelasting 2001. De belanghebbende, een natuurlijke persoon, kreeg voor het jaar 2000 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag. De Rechtbank te Leeuwarden verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en verminderde de aanslag. Hierop stelde de belanghebbende hoger beroep in bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de Rechtbank deels bevestigde en deels vernietigde, en de aanslag verder verminderde. Tegen de uitspraak van het Hof heeft de belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard. De middelen van de belanghebbende faalden op grond van eerdere overwegingen in een andere zaak die aan het arrest is gehecht. De Hoge Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de raadsheer P. Lourens als voorzitter, en de raadsheren J.A.C.A. Overgaauw en M.A. Fierstra, en is openbaar uitgesproken op 23 april 2010.