ECLI:NL:HR:2010:BJ7958

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/05321
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Winst uit onderneming of rendementsgrondslag box III bij exploitatie windturbine

In deze zaak gaat het om de vraag of de opbrengst uit de exploitatie van een windturbine moet worden aangemerkt als winst uit onderneming of dat de turbine behoort tot de rendementsgrondslag van box III van de Wet inkomstenbelasting 2001. De belanghebbende, een natuurlijke persoon, kreeg voor het jaar 2000 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag. De Rechtbank te Leeuwarden verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en verminderde de aanslag. Hierop stelde de belanghebbende hoger beroep in bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de Rechtbank deels bevestigde en deels vernietigde, en de aanslag verder verminderde. Tegen de uitspraak van het Hof heeft de belanghebbende cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard. De middelen van de belanghebbende faalden op grond van eerdere overwegingen in een andere zaak die aan het arrest is gehecht. De Hoge Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de raadsheer P. Lourens als voorzitter, en de raadsheren J.A.C.A. Overgaauw en M.A. Fierstra, en is openbaar uitgesproken op 23 april 2010.

Uitspraak

Nr. 08/05321
23 april 2010
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 21 november 2008, nr. 87/07, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Aan belanghebbende is voor het jaar 2000 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
De Rechtbank te Leeuwarden (nrs. AWB06/1066 en AWB06/1067) heeft het tegen - onder meer - die uitspraak ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de aanslag verminderd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank deels bevestigd en deels vernietigd, en de aanslag verder verminderd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen heeft op 9 juli 2009 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.
3. Beoordeling van de middelen
De middelen falen op grond van hetgeen is overwogen in het heden in de zaak met nummer 08/04843 uitgesproken arrest van de Hoge Raad, waarvan een geanonimiseerde versie is aangehecht.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer P. Lourens als voorzitter, en de raadsheren J.A.C.A. Overgaauw en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 23 april 2010.