ECLI:NL:HR:2009:BK1617

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03849
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening tijdelijke machtiging tot voortduren van verblijf in psychiatrische inrichting en benoeming van deskundige voor second-opinion

In deze zaak heeft de officier van justitie in het arrondissement Haarlem op 3 juni 2009 een verzoek ingediend bij de rechtbank tot het verlenen van een machtiging tot voortgezet verblijf van de betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis. Dit verzoek werd gelijktijdig behandeld met een verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling van de betrokkene. De rechtbank heeft op 5 juni 2009 een tussenbeschikking gegeven waarin de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling werd verleend. Tevens werd de officier van justitie opgedragen om een gewijzigd verzoek in te dienen, met de benodigde onderliggende stukken, naar aanleiding van de overwegingen in de beschikking. Op 25 juni 2009 heeft de rechtbank in een eindbeschikking de machtiging tot het doen voortduren van het verblijf van de betrokkene in het psychiatrisch ziekenhuis verleend voor de duur van een half jaar. De beschikkingen van de rechtbank zijn aan deze eindbeschikking gehecht.

Tegen zowel de tussen- als de eindbeschikking heeft de betrokkene beroep in cassatie ingesteld. De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verzoeker in zijn cassatieberoep voor zover dit gericht is tegen de tussenbeschikking en tot verwerping van het cassatieberoep voor zover dit gericht is tegen de eindbeschikking. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen.

Uitspraak

4 december 2009
Eerste Kamer
09/03849
EE/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats], thans verblijvende in psychiatrisch ziekenhuis GGZ inGeest, locatie Spaarnepoort te Hoofddorp,
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt,
t e g e n
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT HAARLEM,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.
1. Het geding in feitelijke instantie
De officier van justitie in het arrondissement Haarlem heeft op 3 juni 2009, onder overlegging van een ondertekende geneeskundige verklaring een verzoek ingediend bij de rechtbank aldaar tot het verlenen van een machtiging tot voortgezet verblijf van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis.
De rechtbank heeft dit verzoek gelijktijdig mondeling behandeld met een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van betrokkene. Bij tussenbeschikking van 5 juni 2009 heeft de rechtbank de machtiging tot voortzetting in de inbewaringstelling verleend. Ten aanzien van het verzoek tot verlening van de voorlopige machtiging heeft de rechtbank bepaald dat de officier van justitie een gewijzigd verzoek, met de desbetreffende onderliggende stukken zal indienen, naar aanleiding van rov. 2.4 van de beschikking. De rechtbank heeft voorts een nader onderzoek bevolen op de voet van art. 8 lid 6 BOPZ. Bij eindbeschikking van 25 juni 2009 heeft de rechtbank een machtiging tot het doen voortduren van het verblijf van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis verleend voor de duur van een half jaar.
De beschikkingen van de rechtbank zijn aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen zowel de tussen- als de eindbeschikking van de rechtbank heeft betrokkene beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker in zijn cassatieberoep voorzover gericht tegen de tussenbeschikking van 5 juni 2009 en tot verwerping van het cassatieberoep voorzover gericht tegen de eindbeschikking van 25 juni 2009.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 4 december 2009.