ECLI:NL:HR:2009:BK0894
Hoge Raad
- Cassatie
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vervangingsreserve bij verkoop van vakantiebestedingsbedrijf en aankoop van beleggingspand
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X N.V. (voorheen X B.V.) tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin het Hof het beroep van belanghebbende ongegrond verklaarde. De zaak betreft een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1998. Belanghebbende had een vakantiebestedingsbedrijf dat in 1997 activa verkocht aan een zustervennootschap en een vervangingsreserve vormde. De discussie draait om de vraag of de vervangingsreserve van toepassing is bij de aankoop van een beleggingspand, gezien de wijziging van de bedrijfsvoering van belanghebbende.
De Hoge Raad oordeelt dat onroerende zaken die binnen een materiële onderneming worden geëxploiteerd, niet dezelfde economische functie vervullen als onroerende zaken die ter belegging worden aangehouden. Het Hof heeft terecht geoordeeld dat de functie van het in 1998 aangeschafte verhuurde beleggingspand anders was dan die van de uit het vakantiepark verkochte bedrijfsmiddelen. De Hoge Raad concludeert dat de belastingplichtige niet heeft aangetoond dat hij het voornemen had om de vervreemde onroerende zaken te vervangen binnen dezelfde bedrijfsvoering als het vakantiebestedingsbedrijf.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond, en oordeelt dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen op 23 oktober 2009 door de raadsheren C.B. Bavinck, A.R. Leemreis en P.M.F. van Loon, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Chicowski.