ECLI:NL:HR:2009:BJ9438
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van het Nederlanderschap op basis van de Rijkswet op het Nederlanderschap
In deze zaak hebben verzoekers, [verzoekster 1] en [verzoeker 2], zich tot de rechtbank te 's-Gravenhage gewend met het verzoek om vast te stellen dat zij de Nederlandse nationaliteit bezitten. Dit verzoek is ingediend op 16 december 2005. De rechtbank heeft op 13 maart 2008 het verzoek afgewezen, waarna verzoekers in cassatie zijn gegaan. De Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Justitie, heeft in zijn verweer het verzoek afgewezen en verzocht het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 4 december 2009 uitspraak gedaan in deze zaak. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat de klachten geen nadere motivering behoeven omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van verzoekers verworpen, waarmee de beslissing van de rechtbank in stand blijft.