ECLI:NL:HR:2009:BJ7928

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/02569
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over aanmaningskosten in afvalstoffenheffing en rioolrechten

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van de Rechtbank te Alkmaar van 25 april 2008, waarin de Rechtbank het beroep ongegrond verklaarde. De zaak betreft de aanmaningskosten die aan belanghebbende in rekening zijn gebracht door de invorderingsambtenaar van de gemeente Bergen, ter zake van de verzending van een aanmaning tot betaling van een aanslag in de afvalstoffenheffing en rioolrechten over het jaar 2006. De Ambtenaar had een bedrag van € 6 aan kosten in rekening gebracht, waarop belanghebbende bezwaar maakte. De Ambtenaar verklaarde het bezwaar gegrond, maar wees het verzoek om vergoeding van kosten in verband met de behandeling van het bezwaar af. De Rechtbank bevestigde deze afwijzing, wat leidde tot het cassatieberoep van belanghebbende.

De Hoge Raad, onder leiding van vice-president J.W. van den Berge, heeft op 27 november 2009 uitspraak gedaan. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank terecht had geoordeeld dat de Ambtenaar het verzoek om proceskostenvergoeding terecht had afgewezen. De Hoge Raad concludeerde dat het oordeel van de Rechtbank, dat belanghebbende het bezwaarschrift zelf had opgesteld, niet onbegrijpelijk was. Dit oordeel was van feitelijke aard en leidde er toe dat de klachten van belanghebbende niet tot cassatie konden leiden. De overige klachten werden eveneens ongegrond verklaard, zonder dat nadere motivering nodig was, aangezien deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verklaarde het beroep in cassatie ongegrond. Dit arrest is openbaar uitgesproken en is aan de betrokken partijen meegedeeld.

Uitspraak

Nr. 08/02569
27 november 2009
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank te Alkmaar van 25 april 2008, nr. 06/3393 GGH, betreffende hem in rekening gebrachte aanmaningskosten.
1. Het geding in feitelijke instantie
Aan belanghebbende is ter zake van de verzending van een aanmaning tot betaling van een aanslag in de afvalstoffenheffing en rioolrechten over het jaar 2006 door de invorderingsambtenaar van de gemeente Bergen (hierna: de Ambtenaar) een bedrag van € 6 aan kosten in rekening gebracht. De Ambtenaar heeft het daartegen gemaakte bezwaar bij uitspraak gegrond verklaard en belanghebbendes verzoek om vergoeding van kosten in verband met de behandeling van het bezwaar afgewezen.
De Rechtbank heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. De uitspraak van de Rechtbank is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman heeft op 3 juli 2009 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.
Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de klachten
3.1. Voor de Rechtbank was in geschil of de Ambtenaar belanghebbendes verzoek om vergoeding van de proceskosten in de bezwaarfase terecht heeft afgewezen. In onderdeel 7 van haar uitspraak heeft de Rechtbank deze vraag bevestigend beantwoord. Daartoe heeft zij geoordeeld dat zij aannemelijk acht dat belanghebbende het bezwaarschrift zelf heeft opgesteld.
3.2. Dat oordeel is van feitelijke aard en niet onbegrijpelijk, zodat de daartegen gerichte klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel draagt de beslissing van de Rechtbank zelfstandig, zodat de tegen de onderdelen 8 en 9 van de uitspraak gerichte klachten evenmin tot cassatie kunnen leiden.
3.3. Ook de overige klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu die klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.W. van den Berge als voorzitter, en de raadsheren C. Schaap, J.W.M. Tijnagel, A.H.T. Heisterkamp en M.W.C. Feteris, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2009.