ECLI:NL:HR:2009:BJ7833
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verjaring van verbintenissen in het verbintenissenrecht met betrekking tot pelargoniumleveranties
In deze zaak hebben de eisers, Perkplantenkwekerij De Zonnebloem C.V. en haar vennoten, Merite Breeding gedagvaard voor de rechtbank 's-Gravenhage. De eisers vorderden ontbinding van de overeenkomsten die in 1999 zijn gesloten met Merite, welke betrekking hadden op de levering van pelargoniums, en vroegen om terugbetaling van factuurbedragen van € 39.431,51, vermeerderd met rente en kosten, alsook schadevergoeding. Merite heeft de vordering bestreden. De rechtbank heeft, na een comparitie van partijen, bij vonnis van 18 januari 2006 de vorderingen van de eisers afgewezen. Hierop hebben de eisers hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 25 oktober 2007 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest hebben de eisers cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de Advocaat-Generaal J. Wuisman heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Merite op nihil zijn begroot. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.