ECLI:NL:HR:2009:BJ7085

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/00980 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een beslissing van de Politierechter in de Rechtbank te Rotterdam

Op 8 september 2009 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag tot herziening van een eerder genomen beslissing door de Politierechter in de Rechtbank te Rotterdam. De aanvraag tot herziening was ingediend door mr. K.R. Verkaart, advocaat te Rotterdam, namens de aanvrager, geboren in 1965. De oorspronkelijke beslissing waartegen herziening werd gevraagd, betrof de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes weken, opgelegd bij vonnis van de Politierechter op 6 juli 2006.

De Hoge Raad oordeelde dat de aanvraag tot herziening niet kon leiden tot een herziening van de eerdere beslissing. Dit was gebaseerd op het feit dat de beslissing van 7 januari 2009, waartegen herziening werd gevraagd, geen einduitspraak in de zin van artikel 457, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) was, maar een beslissing op een vordering van het openbaar ministerie, zoals bedoeld in artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Hierdoor was de aanvraag niet-ontvankelijk.

De Hoge Raad heeft de aanvrage tot herziening niet-ontvankelijk verklaard, en dit arrest is uitgesproken door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.

Uitspraak

8 september 2009
Strafkamer
Nr. 09/00980 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegane beslissing van de Politierechter in de Rechtbank te Rotterdam van 7 januari 2009, nummer 10/661148-06, ingediend door mr. K.R. Verkaart, advocaat te Rotterdam, namens:
[Aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965, domicilie kiezende ten kantore van zijn raadsman.
1. De beslissing waarvan herziening is gevraagd
De Politierechter heeft de tenuitvoerlegging gelast van de bij vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Rotterdam van 6 juli 2006 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van zes weken.
2. De aanvrage tot herziening
De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. Beoordeling van de aanvrage
De aanvrage zal niet tot herziening kunnen leiden, reeds omdat de beslissing van 7 januari 2009, een beslissing op de vordering van het openbaar ministerie als bedoeld in art. 14g Sr, betreft en daarom niet is een einduitspraak houdende veroordeling in de zin van art. 457, eerste lid, Sv. De aanvrage kan derhalve niet worden ontvangen (vgl. HR 28 november 2006, LJN AZ4421).
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de aanvrage niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 8 september 2009.