ECLI:NL:HR:2009:BJ7085
Hoge Raad
- Herziening
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Herziening van een beslissing van de Politierechter in de Rechtbank te Rotterdam
Op 8 september 2009 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag tot herziening van een eerder genomen beslissing door de Politierechter in de Rechtbank te Rotterdam. De aanvraag tot herziening was ingediend door mr. K.R. Verkaart, advocaat te Rotterdam, namens de aanvrager, geboren in 1965. De oorspronkelijke beslissing waartegen herziening werd gevraagd, betrof de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes weken, opgelegd bij vonnis van de Politierechter op 6 juli 2006.
De Hoge Raad oordeelde dat de aanvraag tot herziening niet kon leiden tot een herziening van de eerdere beslissing. Dit was gebaseerd op het feit dat de beslissing van 7 januari 2009, waartegen herziening werd gevraagd, geen einduitspraak in de zin van artikel 457, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) was, maar een beslissing op een vordering van het openbaar ministerie, zoals bedoeld in artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Hierdoor was de aanvraag niet-ontvankelijk.
De Hoge Raad heeft de aanvrage tot herziening niet-ontvankelijk verklaard, en dit arrest is uitgesproken door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.