ECLI:NL:HR:2009:BJ7069
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Herziening van eerdere uitspraken in verkeersboetezaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 september 2009 uitspraak gedaan over aanvragen tot herziening van eerdere uitspraken van het Gerechtshof te Leeuwarden en het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De aanvrager, geboren in 1946, had hoger beroep ingesteld tegen een veroordeling door de Kantonrechter in de Rechtbank te Roermond voor het rijden zonder verzekering. Het Hof te Leeuwarden bevestigde de eerdere beslissing van de Kantonrechter, terwijl het Hof te 's-Hertogenbosch de aanvrager niet-ontvankelijk verklaarde in zijn hoger beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de aanvragen tot herziening niet ontvankelijk zijn. Ten aanzien van de aanvraag gericht tegen het arrest van het Hof te Leeuwarden werd vastgesteld dat deze niet kan leiden tot herziening, omdat het geen einduitspraak betreft in de zin van het Wetboek van Strafvordering. De WAHV biedt geen mogelijkheid tot herziening. Voor de aanvraag gericht tegen het arrest van het Hof te 's-Hertogenbosch werd geoordeeld dat de aanvrager niet voldeed aan de vereisten voor herziening, zoals vastgelegd in de artikelen 457 en 459 van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvrage niet kan worden ontvangen, omdat deze niet steunt op omstandigheden die tot herziening kunnen leiden. De Hoge Raad verklaarde de aanvragen tot herziening niet-ontvankelijk, waarmee de eerdere uitspraken van de hoven in stand blijven.