ECLI:NL:HR:2009:BJ6964
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Tussenbeschikking inzake vordering tot ter beschikking stellen van inbeslaggenomen stukken van overtuiging
In deze zaak gaat het om een vordering tot het ter beschikking stellen van inbeslaggenomen stukken van overtuiging, ingediend door de Officier van Justitie in het kader van een strafzaak tegen de klager. De Rechtbank te Amsterdam heeft op 25 april 2008 een tussenbeschikking gegeven, waarin de vordering van de Officier van Justitie werd toegewezen voor de stukken die op klager betrekking hebben. De Rechtbank heeft echter bepaald dat de beslissing over de voorwerpen die betrekking hebben op het klaagschrift van een derde betrokkene, wordt aangehouden totdat op dat klaagschrift is beslist. Klager heeft tegen deze beschikking beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad oordeelt dat de als tussenbeschikking aangeduide beschikking van de Rechtbank met betrekking tot de voorwerpen geldt als een definitieve beslissing op de vordering van de Officier van Justitie. Hierdoor kan klager in het beroep worden ontvangen, nu dit tijdig is ingesteld. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van klager in het beroep, maar de Hoge Raad oordeelt dat de Advocaat-Generaal alsnog in de gelegenheid moet worden gesteld om zich uit te laten over de voorgestelde middelen. De zaak wordt verwezen naar de rolzitting van 27 oktober 2009, waarbij verdere beslissingen worden aangehouden.