ECLI:NL:HR:2009:BJ3725
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over strafoplegging in Opiumwetdelict
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 oktober 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die in 1958 geboren is en ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Amsterdam, locatie Havenstraat'. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. V.G. Kraal, advocaat te Amsterdam. De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat voor een opzettelijk begaan Opiumwetdelict geen hechtenis kan worden opgelegd. Dit leidde tot de beslissing om de bestreden uitspraak te vernietigen, maar enkel met betrekking tot de opgelegde straf van vijf weken hechtenis. De zaak is terugverwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam, zodat deze in zoverre opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Het beroep is voor het overige verworpen. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.M.E. Thomassen, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven.