ECLI:NL:HR:2009:BJ2571

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01120
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing minderjarige; niet-ontvankelijkheid cassatieberoep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 oktober 2009 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De rechtbank 's-Gravenhage had op 20 mei 2008 op verzoek van het Bureau Jeugdzorg de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van het kind, geboren in 2003, verlengd tot 25 mei 2009. De ouders van het kind hebben hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 17 december 2008 de beschikking van de rechtbank heeft bekrachtigd en het in hoger beroep meer of anders verzochte heeft afgewezen. De moeder heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof, maar het Bureau Jeugdzorg heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de moeder in haar cassatieberoep, omdat de geldigheidsduur van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing op 25 mei 2009 was verstreken. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de moeder geen belang meer had bij haar cassatieberoep, waardoor zij daarin niet kon worden ontvangen. De Hoge Raad heeft de moeder dan ook niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep.

Uitspraak

9 oktober 2009
Eerste Kamer
09/01120
RM/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De moeder],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. K. Mohassel Zadeh,
t e g e n
STICHTING BUREAU JEUGDZORG HAAGLANDEN,
gevestigd te Leidschendam,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de moeder en het Bureau Jeugdzorg.
1. Het geding in feitelijke instanties
Bij beschikking van 20 mei 2008 heeft de rechtbank 's-Gravenhage op verzoek van het Bureau Jeugdzorg de ondertoezichtstelling en de duur van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [het kind], geboren op [geboortedatum] 2003, verlengd tot 25 mei 2009.
Tegen deze beschikking hebben de ouders van [het kind] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij beschikking van 17 december 2008 heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd en het in hoger beroep meer of anders verzochte afgewezen.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de moeder beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
Het Bureau Jeugdzorg heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de moeder in haar cassatieberoep.
3. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De geldigheidsduur van de verlenging van de onder-toezichtstelling en de duur van de machtiging tot uithuisplaatsing zijn op 25 mei 2009 verstreken.
Om deze reden heeft de moeder geen belang meer bij haar cassatieberoep, zodat zij daarin niet kan worden ontvangen.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de moeder niet-ontvankelijk in haar beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.A.M. van Schendel op 9 oktober 2009.