ECLI:NL:HR:2009:BJ2571
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing minderjarige; niet-ontvankelijkheid cassatieberoep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 oktober 2009 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De rechtbank 's-Gravenhage had op 20 mei 2008 op verzoek van het Bureau Jeugdzorg de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van het kind, geboren in 2003, verlengd tot 25 mei 2009. De ouders van het kind hebben hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 17 december 2008 de beschikking van de rechtbank heeft bekrachtigd en het in hoger beroep meer of anders verzochte heeft afgewezen. De moeder heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof, maar het Bureau Jeugdzorg heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de moeder in haar cassatieberoep, omdat de geldigheidsduur van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing op 25 mei 2009 was verstreken. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de moeder geen belang meer had bij haar cassatieberoep, waardoor zij daarin niet kon worden ontvangen. De Hoge Raad heeft de moeder dan ook niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep.