ECLI:NL:HR:2009:BJ1253
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Erkenning en tenuitvoerlegging van Duitse rechterlijke beslissingen inzake octrooi-inbreuk en proceskosten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 oktober 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Realchemie Nederland B.V. en Bayer Cropscience A.G. De zaak betreft de erkenning en tenuitvoerlegging van zes beslissingen van het Landgericht Düsseldorf, Duitsland, die betrekking hebben op octrooi-inbreuk door Realchemie. Bayer had de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch verzocht om deze Duitse beslissingen uitvoerbaar te verklaren in Nederland. De voorzieningenrechter heeft dit verzoek ingewilligd, waarop Realchemie in cassatie ging. De rechtbank oordeelde dat de Duitse beslissingen, ondanks dat ze ex parte waren gegeven, onder de EEX-Verordening vallen en dus in Nederland kunnen worden ten uitvoer gelegd.
Realchemie voerde aan dat de beslissingen niet voor erkenning in aanmerking komen omdat ze zonder oproeping van Realchemie en zonder mondelinge behandeling zijn gegeven. De rechtbank verwierp dit argument en oordeelde dat Bayer recht en belang heeft bij de tenuitvoerlegging van de boetebeslissing, ook al moet de boete aan de Duitse Staat worden betaald. De Hoge Raad heeft vervolgens prejudiciële vragen geformuleerd aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen over de toepasselijkheid van de EEX-Verordening en de Handhavingsrichtlijn op de onderhavige exequaturprocedure.
De vragen betreffen onder andere of de EEX-Verordening van toepassing is op de erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing tot betaling van een boete op grond van de Duitse Zivilprozessordnung en of de Handhavingsrichtlijn ook van toepassing is op exequaturprocedures met betrekking tot inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten. De Hoge Raad heeft het geding geschorst totdat het Hof van Justitie uitspraak heeft gedaan op deze vragen.