ECLI:NL:HR:2012:BX7456
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- M.A. Loth
- C.E. Drion
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Exequaturprocedure en toepasselijkheid EEX-Verordening op buitenlandse vonnissen inzake octrooi-inbreuk
In deze zaak gaat het om een exequaturprocedure die betrekking heeft op de erkenning en tenuitvoerlegging van een buitenlandse beslissing inzake octrooi-inbreuk. De Hoge Raad verwijst naar zijn eerdere beschikking van 16 oktober 2009, waarin vragen zijn gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) over de uitleg van de EEX-Verordening en de Handhavingsrichtlijn. De centrale vraag is of de EEX-Verordening van toepassing is op de erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing die een veroordeling tot betaling van een geldboete inhoudt, en of de kosten die verbonden zijn aan een exequaturprocedure onder de Handhavingsrichtlijn vallen.
De Hoge Raad heeft in zijn beschikking van 14 december 2012 geoordeeld dat de EEX-Verordening van toepassing is op de boetebeslissing van het Landgericht Düsseldorf, die aan Realchemie is opgelegd. De Hoge Raad heeft de vragen die aan het HvJEU zijn gesteld, beantwoord gekregen, waarbij het HvJEU heeft bevestigd dat het begrip 'burgerlijke en handelszaken' ook van toepassing is op beslissingen die een veroordeling tot betaling van een geldboete bevatten. Dit betekent dat de boetebeslissing kan worden erkend en ten uitvoer gelegd in Nederland.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de kosten die zijn verbonden aan de exequaturprocedure ook onder de Handhavingsrichtlijn vallen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er geen plaats was voor een proceskostenveroordeling, maar de Hoge Raad heeft dit oordeel vernietigd en de kosten aan de zijde van Bayer toegewezen. De Hoge Raad heeft de door Bayer gevorderde kosten, die betrekking hebben op de werkzaamheden van haar advocaten in zowel Duitsland als Nederland, als redelijk en evenredig beoordeeld.
De Hoge Raad heeft in deze zaak de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de exequaturprocedure in dit geval rechtvaardigt dat de kosten aan de zijde van Bayer worden toegewezen. De beschikking van de rechtbank is gedeeltelijk vernietigd, en Realchemie is veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.