ECLI:NL:HR:2009:BI9329
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake verontreiniging oppervlaktewateren
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, Economische Kamer, van 1 oktober 2007. De verdachte, geboren in 1942, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. R.J. Baumgardt. De zaak betreft de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de vraag of er sprake is van grondslagverlating en voorwaardelijk opzet. De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de middelen van cassatie niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 RO, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Op 22 september 2009 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Het arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren J.W. Ilsink en M.A. Loth, in aanwezigheid van waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven. De uitspraak is gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2009:BI9329 en is te vinden op Rechtspraak.nl.