ECLI:NL:HR:2009:BI6722
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Verkennend onderzoek a.b.i. art. 126gg Sv en de rechtsgeldigheid daarvan
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 september 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft een verkennend onderzoek dat is uitgevoerd in het kader van artikel 126gg van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Moszkowicz, heeft cassatie ingesteld tegen het oordeel van het Hof dat geen sprake was van een verkennend onderzoek. De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest wat betreft de strafoplegging, maar heeft het beroep voor het overige verworpen.
Het Hof heeft in zijn uitspraak uiteengezet dat het verkennend onderzoek, dat in de periode van maart 2002 tot en met mei 2002 is uitgevoerd naar het Oriëntaals Japanse Restaurant '[A]', niet voldeed aan de eisen van artikel 126gg Sv. Dit artikel stelt dat een verkennend onderzoek alleen kan plaatsvinden indien de officier van justitie daartoe een bevel geeft. Het Hof heeft geconcludeerd dat de aard van het onderzoek niet kan worden gekwalificeerd als een verkennend onderzoek in de zin van de wet, en heeft het verweer van de verdediging verworpen.
De Hoge Raad heeft het oordeel van het Hof bevestigd, maar heeft tevens geconstateerd dat de redelijke termijn voor de behandeling van het cassatieberoep is overschreden. Dit heeft geleid tot een vermindering van de aan de verdachte opgelegde taakstraf. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft het aantal uren taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis, en heeft de straf verminderd naar 133 uren taakstraf en 66 dagen vervangende hechtenis. De overige onderdelen van het beroep zijn verworpen.