ECLI:NL:HR:2009:BI6291
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verkoop appartementen en wanprestatie
In deze zaak gaat het om een geschil over de verkoop van appartementen, waarbij de eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P. Garretsen, in cassatie is gegaan tegen Eurovast 2000 B.V. en andere verweerders. De zaak begon met een dagvaarding door Eurovast c.s. in april 2003, waarin zij vorderden dat de eiser en drie andere personen zouden worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 69.540,-- wegens verbeurde boetes, inclusief rente en kosten. De eiser heeft de vordering bestreden en in reconventie schadevergoeding gevorderd wegens wanprestatie en onrechtmatig handelen van Eurovast c.s.
De rechtbank Rotterdam heeft op 18 februari 2004 in conventie de vordering van Eurovast c.s. toegewezen, terwijl de reconventionele vordering van de eiser werd afgewezen. Hierop heeft de eiser, samen met een andere betrokkene, hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof heeft op 16 mei 2007 het hoger beroep van de andere betrokkene niet-ontvankelijk verklaard en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd voor zover het de eiser betreft.
Tegen dit arrest heeft de eiser cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft op 11 september 2009 het cassatieberoep verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie voor rekening van de eiser zijn gekomen. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.