ECLI:NL:HR:2009:BI6107
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over douanerechten en het vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 juni 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende douanerechten. De belanghebbende, X B.V., had bezwaar gemaakt tegen drie uitnodigingen tot betaling van douanerechten die op 1 juli 2002 waren opgelegd. De Inspecteur had na het bezwaar de bedragen van sommige uitnodigingen verminderd, terwijl andere uitnodigingen gehandhaafd bleven. Het Gerechtshof te Amsterdam verklaarde de beroepen tegen deze uitspraken ongegrond.
X B.V. heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraken van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in en stelde voorwaardelijk incidenteel beroep in cassatie in. De zaak werd toegelicht door mr. M.J. Pelinck, advocaat te Amsterdam. De Advocaat-Generaal M.E. van Hilten concludeerde op 30 mei 2008 tot ongegrondverklaring van de beroepen in cassatie.
De Hoge Raad oordeelde dat het middel betreffende de uitspraak van het Hof met nummer 03/2581 DK niet tot cassatie kon leiden, omdat het vertrouwensbeginsel een feitelijk onderzoek vereiste dat niet in cassatie kon worden beoordeeld. Daarnaast werd vastgesteld dat de stelling van belanghebbende over het ontzeggen van het beroep op artikel 220, lid 2, letter b, van het Communautair douanewetboek niet langer werd gehandhaafd.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken en de uitspraken van het Hof zijn aan het arrest gehecht.