ECLI:NL:HR:2009:BI5634

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/12507
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H. Koster
  • J.P. Balkema
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Gravenhage in strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, gewezen op 6 juli 2007, in de strafzaak tegen een verdachte die ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Amsterdam, locatie Havenstraat'. De verdachte, geboren in 1980, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. P.H.L.M. Souren. De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 7 juli 2009 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het middel van cassatie niet tot cassatie kon leiden. De Hoge Raad oordeelde dat het middel geen nadere motivering behoeft, aangezien het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beslissing van de Hoge Raad was om het beroep te verwerpen, en dit arrest is uitgesproken door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.

Uitspraak

7 juli 2009
Strafkamer
nr. 07/12507
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 6 juli 2007, nummer 22/004598-06, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Amsterdam, locatie Havenstraat" te Amsterdam.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. P.H.L.M. Souren, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 7 juli 2009.