ECLI:NL:HR:2009:BI3778
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Vermindering van boete in verband met overschrijding redelijke termijn bij navorderingsaanslag vennootschapsbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 mei 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting over het jaar 1998, waarbij ook een boete was opgelegd. De Inspecteur had het bezwaar tegen de navorderingsaanslag niet-ontvankelijk verklaard en het bezwaar tegen de boetebeschikking ongegrond verklaard. Het Hof heeft het beroep tegen deze uitspraken gegrond verklaard, de uitspraken vernietigd, de navorderingsaanslag gehandhaafd en de boete verminderd van ƒ 267.844 tot ƒ 241.059. Belanghebbende heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard, maar heeft de uitspraak van het Hof en die van de Inspecteur vernietigd, enkel voor zover deze betrekking hebben op de boete. De Hoge Raad heeft de boete verder verminderd tot € 104.369,45. Dit besluit is genomen na constatering van een overschrijding van de redelijke termijn in de cassatieprocedure, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Hoge Raad oordeelde dat de middelen van belanghebbende niet tot cassatie konden leiden, omdat zij geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling aan de orde stelden.
De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken en is van belang voor de rechtsontwikkeling in het bestuursrecht en belastingrecht, met name in gevallen waarin de redelijke termijn in cassatieprocedures wordt overschreden. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten.