ECLI:NL:HR:2009:BI1253
Hoge Raad
- Cassatie
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van uitspraak Hof Arnhem inzake leges voor vrijstelling bestemmingsplan door Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 april 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lochem tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft de heffing van leges in verband met een aanvraag tot tijdelijke vrijstelling van een bestemmingsplan. Belanghebbende had op 17 november 2003 verzocht om een tijdelijke vrijstelling van het verbod op permanente bewoning van een recreatiewoning, wat leidde tot de heffing van leges door de gemeente. Na bezwaar en beroep bij het Hof, dat de leges als onterecht beschouwde, heeft de Hoge Raad de zaak opnieuw beoordeeld.
De Hoge Raad oordeelde dat de werkzaamheden van het gemeentebestuur bij de beoordeling van het verzoek om vrijstelling in overwegende mate verband houden met het individuele belang van de belanghebbende, en niet met het publieke belang. Dit betekent dat de leges terecht zijn geheven, omdat de aanvraag tot vrijstelling niet primair gericht was op het dienen van het algemene belang, maar op de persoonlijke situatie van de belanghebbende. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en handhaafde het legesbedrag van € 314, zoals vastgesteld door de heffingsambtenaar.
De uitspraak benadrukt het onderscheid tussen publieke en individuele belangen in het kader van legesheffing en bevestigt dat leges kunnen worden geheven voor diensten die in wezen gericht zijn op het individuele belang van de aanvrager, zelfs als er ook publieke belangen in het geding zijn.