ECLI:NL:HR:2009:BI0123

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/01378 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een arrest wegens persoonsverwisseling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 april 2009 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De aanvrager, vertegenwoordigd door mr. M. Elderhuis, had de herziening aangevraagd op basis van een persoonsverwisseling, waarbij hij stelde dat iemand anders zich ten onrechte van zijn naam had bediend. Het Gerechtshof had de aanvrager eerder veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen, met een geldboete van € 320,- of zes dagen hechtenis als alternatief. De Hoge Raad heeft de aanvrage tot herziening gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak niet langer geldig is. De Hoge Raad heeft tevens bevolen dat de tenuitvoerlegging van het eerdere arrest wordt opgeschort en de zaak is verwezen naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor een nieuwe behandeling.

De conclusie van de waarnemend Advocaat-Generaal Bleichrodt was dat de aanvrage gegrond verklaard moest worden, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De beslissing van de Hoge Raad is genomen in aanwezigheid van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven. Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste identificatie van personen in strafzaken en de mogelijkheid tot herziening wanneer er sprake is van een persoonsverwisseling.

Uitspraak

7 april 2009
Strafkamer
nr. 08/01378 H
SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 5 januari 2005, nummer 22/003338-04, ingediend door mr. M. Elderhuis, advocaat te Winschoten, namens:
[aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974, wonende te [woonplaats].
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage van 19 maart 2004 - de aanvrager ter zake van "diefstal door twee of meer verenigde personen" veroordeeld tot een geldboete van € 320,-, subsidiair zes dagen hechtenis. Voorts heeft het Hof de vordering van de benadeelde partij [...] toegewezen en aan de aanvrager een betalingsverplichting opgelegd een en ander zoals in het arrest vermeld.
2. De aanvrage tot herziening
2.1. De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.2. De aanvrage berust op de stelling dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv. De aanvrager voert daartoe aan dat sprake is van een persoonsverwisseling en dat [betrokkene 1] zich ten onrechte van de naam van de aanvrager heeft bediend.
3. De conclusie van de waarnemend Advocaat-Generaal
De waarnemend Advocaat-Generaal Bleichrodt heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvrage gegrond zal verklaren, voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van de in de aanvrage vermelde uitspraak zal bevelen en de zaak zal verwijzen naar een ander gerechtshof, opdat de zaak zal worden behandeld en afgedaan op de wijze als in art. 467, eerste lid, Sv is voorzien.
4. Beoordeling van de aanvrage
Op de door de waarnemend Advocaat-Generaal in zijn conclusie genoemde gronden moeten de door de aanvrager gestelde omstandigheden worden aangemerkt als omstandigheden als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv. De aanvrage is dus gegrond.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart de aanvrage tot herziening gegrond;
beveelt voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van voormeld arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 5 januari 2005;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Leeuwarden, opdat de zaak op de voet van art. 467, eerste lid, Sv opnieuw zal worden behandeld en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 7 april 2009.