ECLI:NL:HR:2009:BH9954
Hoge Raad
- Herziening
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis wegens persoonsverwisseling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 april 2009 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Alkmaar, gedateerd 27 januari 2006. De aanvrager, vertegenwoordigd door mr. E.F.E. Hoekstra, stelde dat er sprake was van een persoonsverwisseling, wat een grond voor herziening is volgens artikel 457, eerste lid aanhef en onder 2° van het Wetboek van Strafvordering. De Politierechter had de aanvrager veroordeeld tot een werkstraf van veertig uren, met een subsidiaire straf van twintig dagen hechtenis, en had daarnaast betalingsverplichtingen opgelegd aan de aanvrager ten behoeve van benadeelde partijen.
De waarnemend Advocaat-Generaal Bleichrodt concludeerde dat de aanvrage gegrond was en adviseerde de Hoge Raad om de tenuitvoerlegging van het vonnis op te schorten en de zaak te verwijzen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling. De Hoge Raad volgde dit advies en verklaarde de aanvrage tot herziening gegrond. Dit arrest bevestigt de noodzaak om de zaak opnieuw te beoordelen, gezien de nieuwe informatie over de persoonsverwisseling.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van zorgvuldigheid in strafzaken en de mogelijkheid voor herziening wanneer er nieuwe feiten aan het licht komen die de uitkomst van de oorspronkelijke zaak kunnen beïnvloeden. De zaak is nu verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam, waar deze opnieuw zal worden behandeld en afgedaan.