ECLI:NL:HR:2009:BH8597
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake schending rechtsregels en redelijke termijn
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 26 maart 2007 werd gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1955. Het beroep is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. R.M.J. Schoonbrood, advocaat te Sittard. De advocaat-generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 26 mei 2009 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het eerste middel van cassatie niet als zodanig werd erkend, omdat het niet voldeed aan de wettelijke vereisten. De overige middelen werden eveneens verworpen, omdat zij niet tot cassatie konden leiden en geen nadere motivering vereisten volgens artikel 81 RO.
De Hoge Raad heeft ambtshalve de bestreden uitspraak beoordeeld en vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM, is overschreden. Ondanks deze overschrijding, en de opgelegde voorwaardelijke geldboete van € 400,-, heeft de Hoge Raad besloten geen rechtsgevolg te verbinden aan deze constatering. De Hoge Raad verwerpt uiteindelijk het beroep, en deze beslissing is uitgesproken door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en W.F. Groos, in aanwezigheid van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber.