ECLI:NL:GHSHE:2007:BA1408
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- W. van Nierop
- C. Lo-Sin-Sjoe
- Y.G.M. Baaijens- van Geloven
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de rechtbank Maastricht inzake verzet bij aanhouding
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 maart 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Maastricht, dat op 4 mei 2006 was gewezen. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] en wonende te [woonplaats], had hoger beroep ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte zijn verweer herhaald, waarin hij stelde dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk was in de strafvervolging. Dit zou het gevolg zijn van een inbreuk op de Duitse soevereiniteit bij de aanhouding van de verdachte. Daarnaast voerde de raadsman aan dat de verdachte vrijgesproken moest worden van het ten laste gelegde, omdat de noodverordening niet rechtsgeldig zou zijn. Het hof oordeelde dat artikel 461 van het Wetboek van Strafrecht niet kon dienen ter handhaving van de openbare orde, aangezien dit artikel alleen bescherming biedt aan privedomeinen en niet aan openbare wegen, die wel onder de noodverordening vielen. Het hof verwierp dit onderdeel van het verweer van de raadsman.
Ten aanzien van het tweede feit herhaalde de raadsman zijn verweer dat de verdachte zich niet had verzet bij zijn aanhouding. Het hof verwierp dit verweer op dezelfde gronden als de rechter in eerste aanleg. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die had gevorderd dat het hof het vonnis van de rechter in eerste aanleg zou bevestigen. Het hof verenigde zich met het beroepen vonnis, met uitzondering van enkele specifieke passages die niet correct waren behandeld in de eerste aanleg. De raadsman had ook aangevoerd dat de noodverordening in strijd was met de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, maar het hof oordeelde dat de burgemeester terecht gebruik had gemaakt van de noodverordening ter handhaving van de openbare orde. Uiteindelijk bevestigde het hof het vonnis waarvan beroep.