ECLI:NL:HR:2009:BH7603
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling op de voet van art. 350 lid 3 onder f Faillissementswet
In deze zaak heeft de verzoekster, wonende te [woonplaats], cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verzoekster was eerder betrokken bij een schuldsaneringsregeling die door de rechtbank Breda op 10 juli 2008 was beëindigd. De bewindvoerder had een voordracht gedaan tot tussentijdse beëindiging van deze regeling, waarop de rechtbank heeft beslist. De verzoekster ging in hoger beroep tegen deze beslissing, maar het gerechtshof bekrachtigde het vonnis op 18 november 2008. Hierop heeft de verzoekster beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig was, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 29 mei 2009 het beroep verworpen. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann, en de beslissing is genomen door de raadsheren A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser.