ECLI:NL:HR:2009:BH7603

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/04876
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling op de voet van art. 350 lid 3 onder f Faillissementswet

In deze zaak heeft de verzoekster, wonende te [woonplaats], cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verzoekster was eerder betrokken bij een schuldsaneringsregeling die door de rechtbank Breda op 10 juli 2008 was beëindigd. De bewindvoerder had een voordracht gedaan tot tussentijdse beëindiging van deze regeling, waarop de rechtbank heeft beslist. De verzoekster ging in hoger beroep tegen deze beslissing, maar het gerechtshof bekrachtigde het vonnis op 18 november 2008. Hierop heeft de verzoekster beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig was, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 29 mei 2009 het beroep verworpen. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann, en de beslissing is genomen door de raadsheren A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser.

Uitspraak

29 mei 2009
Eerste Kamer
08/04876
EV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.
Verzoekster zal hierna ook worden aangeduid als [verzoekster].
1. Het geding in feitelijke instanties
De bewindvoerder heeft bij de rechtbank Breda een voordracht gedaan tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van [verzoekster].
De rechtbank heeft, na een mondelinge behandeling, bij vonnis van 10 juli 2008 de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd.
Tegen dit vonnis heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Na een mondelinge behandeling heeft het hof bij arrest van 18 november 2008 het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren, A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 29 mei 2009.