ECLI:NL:HR:2009:BH5461

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/03632
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot vaststelling van salaris van curator in faillissementszaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 mei 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de afwijzing van een verzoek van de gewezen curator, [verzoeker], tot vaststelling van zijn salaris en de faillissementskosten. Het faillissement van X-POX B.V. werd uitgesproken op 12 september 2001, waarbij [verzoeker] als curator werd aangesteld. In de procedure verzocht [verzoeker] de rechtbank 's-Gravenhage om zijn salaris van € 52.649,13 en faillissementskosten van € 2.321,35 vast te stellen over de periode van 12 september 2001 tot 6 april 2006. De rechtbank hoorde de rechter-commissaris, die adviseerde het salaris en de kosten vast te stellen op € 13.000,-- exclusief btw. Na verdere correspondentie en hoorzittingen, stelde de rechtbank bij eindbeschikking op 27 mei 2008 het salaris van [verzoeker] vast op € 13.000,-- exclusief omzetbelasting. Hiertegen stelde [verzoeker] cassatie in.

De Hoge Raad beoordeelde de ingediende middelen en concludeerde dat de klachten niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet leidden tot rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beslissing van de Hoge Raad was dat het beroep werd verworpen, en deze beschikking werd openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Deze uitspraak is van belang voor de praktijk van het faillissementsrecht, vooral met betrekking tot de vaststelling van het salaris van curatoren en de rol van de rechter-commissaris in dit proces.

Uitspraak

8 mei 2009
Eerste Kamer
08/03632
RM/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. M. Stol.
Verzoeker tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].
1. Het geding in feitelijke instantie
Bij vonnis van 12 september 2001 is het faillissement van X-POX B.V. uitgesproken met aanstelling van [verzoeker] als curator.
In de onderhavige procedure heeft [verzoeker] de rechtbank 's-Gravenhage verzocht om vaststelling van zijn salaris en het bedrag van de faillissementskosten op grond van ingediende declaraties over de periode van 12 september 2001 tot 6 april 2006.
[Verzoeker] heeft een salaris van € 52.649,13 en een bedrag aan kosten van € 2.321,35 voorgesteld.
De rechtbank heeft de rechter-commissaris omtrent het verzoek gehoord. In zijn memo van 15 maart 2007 heeft de rechter-commissaris de rechtbank geadviseerd om het salaris en het bedrag van de kosten vast te stellen op € 13.000,-- exclusief btw.
Nadat [verzoeker] zijn standpunten bij brieven van 14 maart en 18 april 2007 had uiteengezet, heeft de rechtbank hem op 25 april 2007 gehoord.
Bij tussenbeschikking van 12 juli 2007 heeft de rechtbank de opvolgend curator, [betrokkene 2], en [verzoeker] verzocht hun standpunten nader uiteen te zetten. [Betrokkene 2] heeft dit bij brief van 20 september 2007 gedaan. [Verzoeker] heeft bij brief van 3 december 2007 op de brief van [betrokkene 2] gereageerd.
De rechtbank heeft bij eindbeschikking van 27 mei 2008 het salaris van [verzoeker] over de periode van 25 september 2001 tot 6 april 2006 vastgesteld op € 13.000,-- (exclusief de verschuldigde omzetbelasting).
De beschikkingen van de rechtbank zijn aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de eindbeschikking van de rechtbank heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieverzoek.
De advocaat van [verzoeker] heeft bij brief van 18 maart 2009 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 8 mei 2009.