ECLI:NL:HR:2009:BH5250
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen afwijzing verzoek getuigen in ontnemingszaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die op 17 oktober 2007 werd gedaan in een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De betrokkene, geboren in 1969 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, heeft het beroep ingesteld. De advocaat van de betrokkene, mr. R.J. Baumgardt, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht.
De Hoge Raad heeft op 12 mei 2009 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoek tot oproeping van getuigen, dat door het Hof niet is behandeld. Het tweede middel klaagt hierover, maar de Hoge Raad oordeelt dat dit middel niet tot cassatie kan leiden. De gronden die in de conclusie van de Advocaat-Generaal zijn vermeld, onderbouwen deze beslissing. De Hoge Raad stelt vast dat de afwijzing van het verzoek in de strafzaak ook van toepassing is op de ontnemingszaak.
Daarnaast is er een eerste middel dat eveneens niet tot cassatie leidt. De Hoge Raad oordeelt dat dit middel geen nadere motivering behoeft, omdat het niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep, en dit arrest is uitgesproken door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.