ECLI:NL:HR:2009:BH4080
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- W.M.E. Thomassen
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Bewijs en onderzoeksplicht bij schuldheling van gestolen sieraden in huurauto
In deze zaak gaat het om de bewijsvoering en de onderzoeksplicht van de verdachte in een strafzaak betreffende schuldheling. De verdachte had een huurauto ter beschikking gekregen van zijn vriendin, maar heeft deze in strijd met haar instructies uitgeleend aan derden. Tijdens een controle door de politie werd in de kofferbak van de auto een plastic boodschappentas aangetroffen, waarin gestolen sieraden waren verborgen. De verdachte heeft deze tas verplaatst zonder de inhoud te controleren. Het Hof oordeelde dat de verdachte op basis van de omstandigheden de plicht had om de tas te openen en te onderzoeken wat erin zat. De Hoge Raad oordeelde echter dat het oordeel van het Hof niet zonder meer begrijpelijk was, en dat de omstandigheden niet voldoende gewicht hadden om de onderzoeksplicht te rechtvaardigen. De Advocaat-Generaal concludeerde tot vernietiging van het bestreden arrest voor wat betreft de bewezenverklaring van het derde feit en de strafoplegging, en vroeg om terugverwijzing naar het Hof. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof voor zover deze aan zijn oordeel was onderworpen, maar verwierp het beroep voor het overige. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling van het hoger beroep.