ECLI:NL:HR:2009:BH4061
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de ontvankelijkheid van de ontvanger in een vordering tot dulden van een executoriale veiling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 april 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiseres] en de Ontvanger van de Belastingdienst Amsterdam. De Ontvanger had bij exploot van 8 december 2004 [eiseres] gedagvaard voor de rechtbank Haarlem, met het verzoek om te dulden dat een executoriale veiling ten laste van de belastingschuldige De Koperen Ploert B.V. van in beslag genomen zaken zou plaatsvinden. De rechtbank verklaarde de Ontvanger bij vonnis van 14 december 2005 niet-ontvankelijk in zijn vordering. Hierop heeft de Ontvanger hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 19 april 2007 het vonnis van de rechtbank vernietigde en de vordering van de Ontvanger alsnog toewijsde.
Tegen dit arrest heeft [eiseres] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de advocaat van de Ontvanger, mr. R.T. Wiegerink, en de advocaat van [eiseres] hun standpunten hebben toegelicht. De Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat een nadere motivering niet nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer W.D.H. Asser.