ECLI:NL:HR:2009:BH3186

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/01979
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over partner- en kinderalimentatie tussen voormalige echtelieden

In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over partner- en kinderalimentatie. De vrouw heeft op 16 oktober 2006 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin zij verzocht om echtscheiding en om een bijdrage van de man in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind, alsook in haar eigen levensonderhoud. De vrouw vroeg een bedrag van € 350,-- per maand voor beide alimentaties. De man heeft het verzoek bestreden, maar de rechtbank heeft op 18 april 2007 het verzoek van de vrouw toegewezen. Hierop heeft de man hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 11 februari 2008 de beschikking van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beschikking heeft de man cassatie ingesteld. De vrouw heeft verzocht het cassatieberoep te verwerpen. De Advocaat-Generaal J. Wuisman heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 24 april 2009 de beschikking gegeven, waarbij het beroep van de man werd verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

24 april 2009
Eerste Kamer
08/01979
RM/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
verblijvende in China,
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. J.G. Pherai,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 16 oktober 2006 ter griffie van de rechtbank Zwolle-Lelystad ingediend verzoekschrift heeft de vrouw zich gewend tot die rechtbank en onder meer verzocht tussen partijen echtscheiding uit te spreken en ten laste van de man een bijdrage vast te stellen in de kosten van verzorging en opvoeding van het minderjarige kind van partijen ten bedrage van € 350,-- per maand en in haar levensonderhoud eveneens ten bedrage van € 350,-- per maand.
De man heeft het alimentatieverzoek bestreden.
De rechtbank heeft bij beschikking van 18 april 2007 het verzoek van de vrouw toegewezen.
Tegen deze beschikking heeft de man hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.
Bij beschikking van 11 februari 2008 heeft het gerechtshof te Arnhem de beschikking waarvan beroep bekrachtigd.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 24 april 2009.