ECLI:NL:HR:2009:BH2619
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van werkgevers voor psychisch letsel van werknemers in het kader van burn-out
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], Dow Benelux B.V. gedagvaard voor de rechtbank Middelburg, sector kanton, locatie Terneuzen, met de vordering om te verklaren voor recht dat Dow aansprakelijk is voor de schade die hij heeft geleden of zal lijden als gevolg van psychisch letsel, specifiek burn-out. Eiser heeft ook gevorderd dat Dow wordt veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding, nader op te maken bij staat, en een voorschot op deze schadevergoeding. De kantonrechter heeft op 19 januari 2005 de vordering van eiser afgewezen. Eiser heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, waar hij zijn eis heeft gewijzigd. Het hof heeft op 27 april 2007 het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd en de vorderingen van eiser opnieuw afgewezen. Eiser heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 3 april 2009 het beroep verworpen en eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO.