ECLI:NL:HR:2009:BH2195
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake belastingfraude en criminele organisatie
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 13 juli 2007 werd gewezen in de strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij belastingfraude. De verdachte, geboren in 1946, had aandelen verhandeld van zogenaamde 'winstvennootschappen' en was beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie. Deze organisatie had als doel het doen van onjuiste aangiften vennootschapsbelasting en het omkopen van personen, met uitzondering van ambtenaren. De Hoge Raad, onder leiding van vice-president F.H. Koster, heeft op 7 juli 2009 uitspraak gedaan in deze zaak. De advocaat van de verdachte, mr. G. Spong, had middelen van cassatie voorgesteld, maar de waarnemend Advocaat-Generaal Bleichrodt concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie konden leiden en dat er geen verdere motivering nodig was, aangezien de middelen niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk werd het beroep verworpen, en dit arrest is gepubliceerd in de rechtspraak.