ECLI:NL:HR:2009:BH1984

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/04232
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing van schuldsaneringsregeling in cassatie

In deze zaak heeft verzoekster, wonende te [woonplaats], op 21 februari 2008 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank 's-Gravenhage met het verzoek om de toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft op 25 april 2008 dit verzoek afgewezen. Verzoekster heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 30 september 2008 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft verzoekster beroep in cassatie ingesteld, waarbij het cassatierekest aan het arrest is gehecht.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en de klachten die in de middelen zijn aangevoerd, kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Op 27 maart 2009 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

27 maart 2009
Eerste Kamer
08/04232
DV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. A.C.E.G. Cordesius.
Verzoekster zal hierna ook worden aangeduid als [verzoekster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 21 februari 2008 ter griffie van de rechtbank 's-Gravenhage ingediend verzoekschrift heeft [verzoekster] zich gewend tot die rechtbank en verzocht ten aanzien van haar de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit te spreken.
De rechtbank heeft bij vonnis van 25 april 2008 het verzoek afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij arrest van 30 september 2008 heeft het hof het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 27 maart 2009.