ECLI:NL:HR:2009:BH1784
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch inzake openbaar vervoer zonder geldig vervoerbewijs
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin de verdachte is veroordeeld voor het gebruik van openbaar vervoer zonder geldig vervoerbewijs op twee verschillende data in 2004 en 2005. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit een eerder arrest en oordeelt dat de strafoplegging in deze zaak onbegrijpelijk is. De verdachte, geboren in 1963, had eerder soortgelijke strafbare feiten gepleegd en werd door het Hof veroordeeld tot hechtenis van zeven weken voor elk van de bewezenverklaarde feiten. De Advocaat-Generaal Vellinga had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest ten aanzien van de strafoplegging en terugwijzing naar het Hof.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte rekening heeft gehouden met vier ad informandum gevoegde feiten, omdat niet is aangetoond dat de verdachte deze feiten heeft erkend. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de hechtenis voor feit 1, en vermindert deze tot zes weken. De Hoge Raad concludeert dat de redelijke termijn voor het cassatieberoep is overschreden, maar verbindt hieraan geen rechtsgevolg. De zaak wordt om doelmatigheidsredenen door de Hoge Raad zelf afgedaan, waarbij de Hoge Raad de strafoplegging aanpast en de overige onderdelen van het beroep verwerpt.