ECLI:NL:HR:2009:BH1500

Hoge Raad

Datum uitspraak
31 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/02547 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • B.C. de Savornin Lohman
  • H.A.G. Splinter-van Kan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen beschikking Gerechtshof Amsterdam inzake beklag op basis van artikel 552a Wetboek van Strafvordering

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 11 maart 2008 een beslissing heeft genomen in een beklagprocedure op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte, geboren in 1945 en woonachtig in [woonplaats], heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. J.M. van Dam, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal, de heer Knigge, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad der Nederlanden heeft op 31 maart 2009 de beschikking gegeven. In de beoordeling van het middel heeft de Hoge Raad vastgesteld dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Reglement van Orde (RO), dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, wat betekent dat de beschikking van het Gerechtshof in stand blijft. De uitspraak is gedaan in raadkamer en openbaar uitgesproken, waarbij de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter fungeerde, bijgestaan door de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en H.A.G. Splinter-van Kan, en de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber was aanwezig.

Uitspraak

31 maart 2009
Strafkamer
Nr. 08/02547 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 11 maart 2008, nummer AVNR 811-07, op een beklag als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1945, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft mr. J.M. van Dam, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 maart 2009.