ECLI:NL:HR:2009:BH1090
Hoge Raad
- Cassatie
- A-G IJzerman
- Rechtspraak.nl
De voorwaarden voor de omkering van de bewijslast bij niet adequate belastingaangifte
In deze zaak heeft de Advocaat-Generaal (A-G) IJzerman een conclusie genomen in zes samenhangende zaken, waaronder de zaak met nummer 07/10520. De kern van de discussie betreft de vraag of het ten onrechte opvoeren van relatief hoge aftrekposten in de belastingaangifte kan leiden tot de conclusie dat de vereiste aangifte niet is gedaan. Dit raakt aan de bepalingen in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, die de omkering van de bewijslast regelt bij het ontbreken van een adequate aangifte.
De A-G stelt dat er al lange tijd vragen bestaan over de criteria die moeten worden gehanteerd om te bepalen of een aangifte als 'niet adequaat' kan worden gekwalificeerd. In de gemeenschappelijke bijlage bij de conclusies worden deze vragen verder uitgewerkt, met een focus op de voorwaarden waaronder de omkering van de bewijslast kan plaatsvinden. De A-G pleit voor duidelijkheid over wat wordt verstaan onder 'relatief aanzienlijk' in het kader van niet aangegeven bedragen en stelt dat dit percentage niet moet variëren op basis van subjectieve factoren zoals opzet of verzwijging.
Daarnaast wordt er een eis van bewustheid geïntroduceerd, waarbij de A-G meent dat de belastingplichtige zich bewust moet zijn van het niet aangeven van een relatief aanzienlijk bedrag voordat de sanctie van omkering van de bewijslast kan intreden. Dit is van belang gezien de vergaande gevolgen die deze sanctie kan hebben voor de belastingplichtige. De conclusie van de A-G is dat het beroep in cassatie in de zaak 07/10520 dient te worden verklaard, en dat de andere zaken ongegrond zijn verklaard.
De A-G benadrukt dat het van belang is om een eenduidige norm te hanteren voor de beoordeling van wat als 'relatief aanzienlijk' wordt beschouwd, en dat dit moet worden gebaseerd op objectieve criteria, zoals de verhouding tussen niet aangegeven en wel aangegeven inkomsten. De uitspraak in deze zaak heeft implicaties voor de rechtszekerheid en de toepassing van belastingwetgeving.