ECLI:NL:HR:2009:BH0620
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Waardering van bedrijfspand bij verkoop en verhuur met voorkeursrecht van koop
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 januari 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure aangespannen door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende was opgelegd voor het jaar 2001. Na bezwaar en een ongegrondverklaring door de Rechtbank te Leeuwarden, heeft het Hof de uitspraak van de Rechtbank vernietigd en de aanslag verminderd. De Staatssecretaris heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende en haar echtgenoot sinds 1 juli 1996 een bouwmarkt drijven in de vorm van een vennootschap onder firma. Op 25 januari 2000 hebben zij een bedrijfspand aangekocht voor de vof. Per 1 februari 2001 is de vof ontbonden en is het bedrijfspand verhuurd aan J Holding B.V. De huurovereenkomst bevatte een voorkeursrecht van koop voor de huurder. De Hoge Raad heeft zich gebogen over de vraag of de vergoeding voor het voorkeursrecht van koop als winst uit onderneming moet worden belast.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de vergoeding voor het voorkeursrecht van koop, inclusief eventuele belastingschade, bij de berekening van de winst uit onderneming van belanghebbende in aanmerking moet worden genomen. Het Hof had dit niet in zijn beoordeling betrokken, waardoor de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard, de uitspraak van het Hof vernietigd, en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 23 januari 2009.