ECLI:NL:HR:2009:BC2875
Hoge Raad
- Cassatie
- A-G Niessen
- Rechtspraak.nl
Regulering van mineralenheffingen onder de Meststoffenwet en de gevolgen voor de fosfaatheffing
In deze uitspraak van de Hoge Raad, gedateerd op 24 april 2009, zijn vijftien zaken behandeld die betrekking hebben op heffingen ingevolge de Meststoffenwet. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft in drie van deze zaken beroep in cassatie ingesteld, terwijl de overige zaken door belanghebbenden bij de Hoge Raad aanhangig zijn gemaakt. De zaken zijn gerelateerd aan het mineralenaangiftesysteem (MINAS), dat van 1 januari 1998 tot en met 31 december 2005 van kracht was. Dit systeem omvatte regulerende mineralenheffingen, waarbij belasting werd geheven op de hoeveelheid meststoffen/mineralen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat en stikstof.
De Hoge Raad heeft in deze uitspraak de conclusies van A-G Niessen besproken, die van mening is dat de met behulp van de voorgeschreven bemonsterings- en analysemethoden opgelegde heffingen niet in stand kunnen blijven. Dit is gebaseerd op het feit dat de berekende fosfaatgehaltes binnen het 95%-betrouwbaarheidsinterval meer dan 15% konden afwijken van de werkelijke gehaltes, wat in strijd is met de ministeriële regeling die deze norm stelde. A-G Niessen concludeert dat de nauwkeurigheidsnorm van 15% op zichzelf niet in strijd is met het recht.
Daarnaast heeft A-G Niessen zich uitgesproken over de vraag of het MINAS-systeem in strijd is met de Europese Nitraatrichtlijn. Hij concludeert dat, hoewel het systeem geen juiste implementatie van deze richtlijn is, dit niet de soevereiniteit van Nederland op fiscaal gebied aantast. Ook de vraag of de heffingen in strijd zijn met de gemeenschappelijke marktordening in de sector varkensvlees wordt ontkend, verwijzend naar een eerder arrest van de Hoge Raad. Tot slot wordt de vraag of de regulerende mineralenheffing in strijd is met het recht op bescherming van eigendom, eveneens ontkend.
De conclusies van A-G Niessen strekken tot gegrondverklaring van het beroep in de zaken waarin de Minister cassatie heeft ingesteld, behoudens ten aanzien van de fosfaatheffing die door het Hof 's-Hertogenbosch terecht is vernietigd. In de overige zaken strekken de conclusies ook tot gegrondverklaring van het beroep voor zover het de fosfaatheffing betreft, die door de hoven in die zaken ten onrechte niet vernietigd was. De uitspraak zelf wordt niet gepubliceerd.